maandag 4 april 2016

Lesje Afrikaans

Blog 16 – Lesje Afrikaans

Ek vind Afrikaans ‘n baie mooi taal! So lekker, dat ek dit die moeite vind om me daarin te verdiep. Geheim sou ek dit wel wil leer. Ek het twee afrikaanse vriendinne, maar jy gaan tog vinnig Engels praat. Veral omdat dit vir hulle moeiliker is om my te verstaan.

Laat ons begin met ’n les geskiedenis:

Het Afrikaans is een West-Germaanse taal die hoofdzakelijk in Zuid-Afrika en Namibië wordt gesproken. De taal is een dochtertaal van het Nederlands, ontstaan uit zeventiende-eeuwse Nederlandse dialecten, en werd historisch Kaap-Hollands genoemd. Waarschijnlijk is 90 tot 95 procent van de woordenschat van Nederlandse origine. Daarnaast is de taal, zowel grammaticaal als in woordenschat, door het Portugees, het Frans, het Maleis, de Bantoe-talen, de Khoisan-talen en tegenwoordig ook door het Engels beïnvloed. De grootste verschillen tussen het Afrikaans en Nederlands zijn dan ook de spelling, morfologie en grammatica.

Met bijna 7 miljoen moedertaalsprekers in Zuid-Afrika, oftewel 13,5% van het totale aantal inwoners, is het de derde grootste taal van het land, na Zulu en Xhosa. 

Al stamt het Afrikaans van het Nederlands af en is het ook goed te verstaan door Nederlanders, er zijn heel wat verschillen. De meest opvallende verschillen op een rij:

Ons skryf soos ons praat! (S.J. du Toit, voorvechter van het Afrikaans)
Zo wordt een –x geschreven als –ks                     examen = eksamen
Een –c is gewoon een –k of een –s                       economie = ekonomie / circus = sirkus
En worden die eindigen op –isch worden –ies      typisch = tipies
In mijn ogen een stuk makkelijker dan al die ingewikkelde letters die wij gebruiken J

Voor verkleinwoorden gebruikt het Afrikaans –ie in plaats van –je. Een huisje is een huisie en een kapje is een kappie. Dit is hier in huis erg snel overgenomen, vooral door Lisa.

De ij komt in het Afrikaans niet voor (behalve in namen). Als je erover nadenkt is de ij eigenlijk ook een ingewikkelde letter met een i en een j, maak je een hele andere klank.
ij > y               goudmijn = goudmyn / ijs = ys
y > I                system = sisteem / mythe = mite
-lijk > -lik       onmiddelijk = onmiddellik / dadelijk = dadelik

Een groot verschil in grammatica zit in de werkwoorden, vervoegingen doen ze hier niet aan: Ek eet, jy eet, hy eet, ons eet, julle eet en hulle eet. En het probleem met –d of –dt daar doen ze ook niet aan! 

En als laatste doen ze in het Afrikaans aan dubbele ontkenning:
Ek is nie bij die huis nie = ik ben niet thuis
Maak nie saak nie = dat geeft niet
Een veelgebruikte Afrikaanse constructie is: moenie, een samentrekking van: moet niet) moenie huil nie = je moet niet huilen.

Een lijstje met leuke opvallende woorden:
Hysbak = lift
Verkleurmannetjie = kameleon
Bromponie = scooter
Duikweg = viaduct
Amperbroekie = string
Robot = stoplicht
Moltrein = metro
Plakkies = slippers
Wegneemetes = afhaalmaaltijd

Leuke gezegdes in het Afrikaans:
As die kat weg is, is die muis baas
Wie die laatste lag, lag die lekkerste
Win ie waag nie, wie nie wen nie!


Ek hoop dat jy weer wat geleer het oor Afrika. Vir my is dit 'n taal wat 'n glimlag op jou gesig gee. En een van die vele mooi aspekte van hierdie land!